Citeren als:
Aaron De Decker en An De Schrijver. Avondkoekoeksbloem, de geurende nachtridder. Website HOGENT, www.biodiversgrasland.be en www.biodiversgrasland.nl
Avondkoekoeksbloem (Silene latifolia subsp. alba) is een twee- tot meerjarig lid van de Anjerfamilie (Caryophyllaceae). De soort komt voor in graslanden op voedselrijkere, droge tot vochtige bodem of pioniersvegetaties zoals kapvlaktes in bossen. Avondkoekoeksbloem is een echte cultuurvolger en doet het in Vlaanderen behoorlijk goed.
Van mei t.e.m. oktober bloeit de Avondkoekoeksbloem, zoals de naam verraadt, bij het vallen van de avond. Daarbij wordt een heerlijke, zoete geur verspreidt die aantrekkelijk is voor nachtvlinders, de belangrijkste bestuiver. Overdag zien de bloemen er vaak verkreukt uit, tenzij het bewolkt is of als de plant wat meer beschut staat.
Typisch aan de anjerfamilie zijn de doosvruchtjes die eruit zien als kleine kruikjes met tandjes. Ze springen open wanneer ze rijp zijn en zitten boordevol zaad. Doosvruchtjes vind je wel enkel terug bij vrouwelijke planten. Avondkoekoeksbloem is namelijk een tweehuizige plant. Dit betekent dat je individuen hebt met enkel vrouwelijke bloemen en individuen met uitsluitend mannelijke bloemen.
Voor de bloei is Avondkoekoeksbloem van Dagkoekoeksbloem (S. dioica) te onderscheiden aan het smallere en spitsere blad. Na de bloei zijn de tandjes op de doosvruchtjes een belangrijk determinatiekenmerk: Avondkoekoeksbloem heeft afstaande tandjes, terwijl deze van de Dagkoekoeksbloem omgerold zijn.
Avondkoekoeksbloem komt (nog) niet voor in de HerBioGras-proefvlakken.
💡De naam koekoeksbloem is ontstaan doordat de planten beginnen te bloeien wanneer ook de Koekoek terug in het land is en begint ze zingen. Al beweren sommige bronnen dat de naam ontstaan is door het schuim, ook koekoeksspuug genoemd, dat vaak te zien is in de bladoksel. In dit schuim leeft de larve van een schuimcicade.





